Het eerste kwartaal van 2017 zit er weeral op. We kunnen niet zeggen dat dit voor ons, apothekers, een saaie periode geweest is. In februari organiseerde minister Vandeurzen de eerstelijnsconferentie, waarbij vanuit de Vlaamse bevoegdheden de zorg voor de (chronische) patiënt uitgetekend wordt. En in maart ondertekenden de vertegenwoordigers van APB en OPHACO het meerjarenkader voor de patiënt met de officina apotheker.

Vanuit VAN zijn we intensief betrokken geweest bij de voorbereiding van die eerstelijnsconferentie. Een aantal voor ons belangrijke thema’s vermeld ik hier:

  • Er wordt sterk aangestuurd op een organisatie van de zorg in netwerken. Voor de patiënt geldt de vrije keuze van netwerk, voor de zorgverstrekker is dat minder evident. Concreet kan dat betekenen dat zorgverstrekkers zich in vaste samenwerkingsverbanden gaan organiseren, om zo een efficiëntere en performantere zorg te bekomen. De huisarts zou de toegangspoort zijn tot dit netwerk. Met VAN vinden we dat de apotheker en bij uitbreiding elke zorgverstrekker even goed in staat is om de patiënt naar een netwerk te begeleiden.
  • Moeilijker voor ons is de structuur van vaste netwerken. Hoewel we begrijpen dat hierin een zekere logica zit, vinden we het – door onze specifieke context van de spreidingswetgeving –
  • moeilijk om ons hierop te enten. Zeker in een tijd van doorgedreven IT toepassingen, denken we dat het mogelijk moet zijn om een digitaal platform uit te bouwen, waarbij de patiënt zijn/haar eigen zorgnetwerk samenstelt.
  • Goed om weten is, dat na de zesde staatshervorming, alle structuren zoals LMN, LOGO, SEL … zich nu op Vlaams niveau bevinden. Het is de bedoeling hier een hervorming te bekomen, met behoud van de medewerkers en budgetten, maar die ten dienste staan van de geïntegreerde zorg, en dit op verschillende niveaus in functie van de behoefte. Er zal dan ook een instituut van de eerste lijn opgericht worden, om dit geheel coherent aan te sturen.
  • Wat betreft de vorming van de zorgregio’s is het ei nog niet gelegd; hier hadden we toch meer daadkracht van de minister verwacht. Gelukkig voor onze regio’s in de provincie Antwerpen, is er quasi overeenstemming over de geografische afbakening van deze regio’s: vanaf nu heten die ‘eerstelijnszones’. Sinds vorig jaar zijn we onze apothekerskringen aan het hervormen: de oude ‘wachtkringen’ hebben immers hun bestaansreden verloren en missen ook de juiste schaalgrootte. Daarom zijn we gestart met de uitbouw van de apotheekregio’s: geografisch stemmen deze overeen met de eerstelijnszones en vanuit KAVA ondersteunen we deze apotheekregio’s in hun zelfstandige werking. In elke regio hebben we ondertussen goede contacten uitgebouwd met dynamische, gedreven collega’s die de kar willen trekken. Zin om mee te werken? Contacteer ons om lokaal uw collega’s te verstreken.
  • Eén van de evoluties is dat de lokale besturen ook een grotere rol krijgen in het zorgbeleid. Zo worden reeds nu regionale zorgstrategische plannen opgemaakt. Als je als apotheker uitgenodigd zal worden hierin te participeren, willen we dit alleen maar sterk aanbevelen. Tot voor enkele jaren, was er bij de Vlaamse overheid geen erkenning, noch toegang voor de apothekers. VAN heeft hierin langzaam maar zeker verandering gebracht. Minister Vandeurzen erkent uitdrukkelijk de rol van de apotheker in het Vlaamse zorglandschap. Aan u dus, collega, om lokale vragen tot participatie positief te beantwoorden. KAVA zal u hierbij, samen met de vele lokale betrokken collega’s steunen. Want in die eerstelijnszones zullen alle zorgberoepen samen mee het beleid kunnen bepalen: aan ons allen om ook op dit niveau mee sturend te zijn!

Momenteel kan ik me voorstellen dat het meerjarenkader meer beroering brengt in onze apothekerswereld. Het KAVA-bestuur begrijpt dat niet alle onderwerpen voor iedereen inhoudelijk even duidelijk zijn en zelfs ongerustheid kunnen teweegbrengen. We trachten onze apothekers dan ook op zo veel mogelijk manieren kennis te laten maken met de inhoud van dit meerjarenkader: teksten gepubliceerd door APB kan je ook terugvinden via onze website. Reeds in maart hebben we in een aantal korte filmpjes, of voor wie ineens voluit wil gaan alles samen in een lange versie, verschillende items toegelicht. Op 12 april zijn twee leden van het Bestuurscomité van APB op KAVA het meerjarenkader komen toelichten én alle kritische vragen komen beantwoorden. Omdat we het zéér belangrijk vinden al onze apothekers te betrekken in dit toekomstgericht verhaal, organiseren we in de loop van de maanden mei en juni lokale infoavonden, die openstaan voor al onze leden.

Daarenboven starten we nog voor de zomer thematische werkgroepen op, om de input en expertise die lokaal bij onze leden aanwezig is, samen te brengen en om te zetten in adviezen, die via de bondsraad tot bij het bestuurscomité gebracht zullen worden. Want het is duidelijk: het meerjarenkader is wat het is: een kader waarbinnen verschillende evoluties mogelijk zijn gedurende de komende drie jaren (2017 tem 2019), waar de grote lijnen uitgezet zijn, maar de invulling door de apothekers samen met (het kabinet van) minister De Block zal gebeuren.

Bezorgde apothekers laten ons weten geen zin te hebben in permanente publicatie van de nachtwachten, noch in de aanpassing van het wachthonorarium: er is een grote bezorgdheid dat de wachtdienst (terug) zal evolueren naar een nachtwinkel. Niet voor niets heeft APB enkele jaren geleden een campagne gevoerd ‘uw wachtapotheek, geen nachtwinkel’ en is op KAVA ‘Geowacht’ ontwikkeld, dat ondertussen zo goed als over het hele land uitgerold is. Het moet duidelijk zijn, dat we de evolutie kritisch zullen volgen en indien nodig aanpassingen meerjarenkader zullen voorstellen. Maar vanuit maatschappelijk standpunt vinden we het verdedigbaar dat de patiënt geen drempels heeft om een dringend voorschrift afgeleverd te krijgen. 1733 moet er dan ook zo snel mogelijk komen: niet alleen voor artsen, maar vanaf de opstart ook voor apothekers van wacht.

Een tweede terechte bezorgdheid, is het online afleveren van terugbetaalde en/of voorschriftplichtige geneesmiddelen. APB noch KAVA zijn hier vragende partij om dat mogelijk te maken, maar het zou naïef zijn de evolutie die zich op dit vlak wereldwijd afspeelt niet te willen zien. Daarom is het goed dat op onze vraag, in het meerjarenkader expliciet de therapeutische relatie, ook online, ingeschreven staat. Geen anonieme afleveringen, wel in tegendeel interactiebewaking, controle op veiligheid en nevenwerkingen: alle farmaceutische zorg die in een fysieke apotheek gebeurt, zal op dezelfde manier in de virtuele apotheek aanwezig moeten zijn. Dat is juist wat het project ‘alleapotheken’ beoogt: apothekers die instappen, zullen ervoor zorgen dat hun apotheek 24/7 beschikbaar is voor hún patiënten: graag in de apotheek tijdens de openingsuren, digitaal op andere momenten.

Wat echt toekomstgericht belangrijk is, is de erkenning van de ‘huisapotheker’: niet de apotheker die per se alle medicatie voor een (chronische patiënt) aflevert, wel de apotheker die zorgt dat deze patiënt een up-to-date schema heeft, dat zo nodig gedeeld kan worden met andere zorgverstrekkers. Én die huisapotheker zal daar in heel wat gevallen een vergoeding voor kunnen krijgen.

Vele jaren geleden ondertussen, heeft KAVA het medicatieschema ontwikkeld en gepromoot in het Vlaamse apotheeklandschap. Dit is ondertussen opgepikt en uitgedragen door VAN en APB. Een goede verstaander heeft maar een half woord nodig: dit medicatieschema zal het instrument worden voor de huisapotheker om die taak op een verantwoorde manier uit te oefenen. Wie in zijn apotheek nog nauwelijks medicatieschema’s aanmaakt, wil ik hier oproepen om daarmee snel aan de slag te gaan. Zij die het wel al jaren doen, weten de waarde ervan en kunnen getuigen van de erkenning zowel van patiënt als arts. Spreek uw collega’s aan, en neem hen mee in uw begeesterend verhaal.

Een laatste, belangrijk, thema is de uitbreiding van de Gesprekken Goed Geneesmiddelen Gebruik (GGG). Vele collega’s hebben reeds op KAVA de opleidingen gevolgd voor het voeren van dergelijk gesprek, in kader van astma. Zij weten dat we op KAVA een instrument hebben ontwikkeld, dat zeer toegankelijk is voor de patiënt en zeer bruikbaar voor de apotheker. Zowel digitaal, aan de hand van een presentatie op tablet, als met een stevige papieren ‘flip over’ ga je meteen aan de balie aan de slag. Het eerste gesprek is het moeilijkste, daarna voel je de ervaring en het zelfvertrouwen groeien. KAVA heeft enkele trainers, die bv. ook tijdens de middagpauze u of een groepje van enkele apothekers in een training van een uurtje helpen de drempel over te gaan. Waarom blijven we met KAVA zo inzetten op deze GGG’s? Omdat we enerzijds als apothekers een budget van een kleine 2 miljoen EUR ongebruikt laten (!) maar vooral omdat dit één van de nieuwe kerntaken van de apotheker is. Een deel van ons inkomen zal hiervan de komende jaren, weliswaar geleidelijk, afhankelijk worden … en die boot willen we niet missen.

Beste collega’s, hopelijk zien jullie ondertussen in het meerjarenkader ook meerdere opportuniteiten! Want ik ben ervan overtuigd dat we op die manier werken aan een apotheek van zorg om op die manier ook de distributie van het geneesmiddel in handen te kunnen houden. Denkt u met ons mee? Laat het dan weten op acties@kava.be

Apr. Georges Verpraet – ondervoorzitter KAVA

Bondsraadslid APB, bestuurslid VAN