Mevrouw de minister

Op 1 februari eerstkomend krijgen een aantal Besluiten, die de lay-out van voorschriften aanpassen, hun uitwerking. We maken ons daarbij grote zorgen omwille van volgende redenen:

Hoewel deze regeling vanaf 1 november 2019 was aangekondigd, stellen we vandaag vast dat de voorschrijvers en de patiënten zich onvoldoende bewust zijn van de verregaande consequenties van deze nieuwe regeling.

Er werden recent wel folders en affiches verspreid naar de bevolking. Verder heeft éénlijn.be sinds kort (voor Vlaanderen) een e-learning over deze materie ontwikkeld op maat van arts en apotheker; die tool zal eerstdaags door het RIZIV ook in het Frans vertaald worden. Maar dit alles is onvoldoende om de nodige kennis over deze nieuwe reglementering en de noodzakelijke opvolging door de voorschrijvers te realiseren.

Vanaf 1 februari zullen zeer veel voorschriften ongeldig worden. Dat is een nieuw gegeven met zeer veel facetten:

  1. Voorschriften moeten op een nieuw, correct en strikt gepersonaliseerd formulier opgesteld worden. Artsen realiseren zich niet dat ze alle oude voorschriftenboekjes moeten vernietigen en nieuwe formulieren moeten afdrukken of bestellen. 
  2. De applicatie op MyRIZIV waarmee artsen zelf, in kleine oplage, de nieuwe briefjes kunnen afdrukken, is nog maar enkele weken geactiveerd. Die applicatie is nog zo goed als onbekend bij hen. 
  3. Zeer veel oude voorschriften, zonder datum, circuleren nog steeds. Patiënten leven daardoor in de overtuiging dat ze hun – soms dringende en/of chronische – medicatie nog steeds zullen kunnen afhalen in de apotheek. Al deze voorschriften zijn ongeldig.
  4. De functie waarmee de arts bij elektronische voorschriften (Recip-e) de geldigheidsduur van voorschriften kan aanpassen, zal pas tegen mei/juni 2020 operationeel worden. Intussen is er hiervoor geen reglementaire oplossing beschikbaar, waardoor patiënten eigenlijk verplicht worden om – in feite zinloos – een extra artsenbezoek in te lassen om een geldig voorschrift te krijgen.

Indien de apotheker te goeder trouw patiënten zal verder helpen die alleen zo’n ‘ongeldig’ voorschrift hebben, zal het ziekenfonds of het RIZIV bij controle de terugbetaling weigeren. Indien de tariferingdiensten deze voorschriften niet tegenhouden voor de facturatie, zijn ze mee verantwoordelijk.

De apotheker zit dus gevangen in een onmogelijke situatie: hij moet kiezen tussen zijn verantwoordelijkheid voor de continuïteit van de zorg voor zijn patiënten en de realiteit dat hij hiervoor financieel gestraft zal worden. 
De apotheker kan dit probleem niet zelf oplossen en de patiënt zal in de kou blijven staan. De apotheker kan die patiënt immers alleen terugsturen naar de arts voor een nieuw voorschrift. In veel gevallen zal de apotheker waarschijnlijk ook zelf aan de arts moeten uitleggen waarom dat zo moet …

De huidige reglementering laat in feite geen ruimte voor een verdere overgangsfase.

Die is nochtans noodzakelijk:

  • om de continuïteit van de zorg niet in het gedrang te brengen;
  • om de voorschrijvers alsnog bewust te maken dat ze hun voorschriften moeten aanpassen;
  • om de burgers voldoende op de hoogte te brengen van de noodzaak over een nieuw en geldig voorschrift te beschikken;
  • om het platform voor het elektronisch voorschrift vooralsnog helemaal aan te passen aan de nieuwe reglementering.

De meeste apothekers hebben al veel energie gestoken in het informeren van de artsen. Zij willen en zullen hun rol opnemen om burgers, patiënten en voorschrijvers bewust te maken van de nieuwe reglementering.

Zij willen deze reglementering correct kunnen toepassen, maar alleen op voorwaarde dat

  • dit niet de continuïteit van de zorg van hun patiënten in het gedrang brengt;
  • ze patiënten niet nodeloos moeten  terugsturen naar de arts;
  • ze niet financieel bestraft worden als de arts veronachtzaamt om een geldig voorschrift te maken.

Wij stellen dus voor dat de overheid snel ingrijpt en ons gedurende enkele maanden de kans geeft om deze taak op te nemen. Dat kan heel concreet door gedurende de volgende zes maanden de voorschriften die niet in orde zijn – maar die de patiënt toch meteen nodig heeft – toch te mogen afleveren. We zullen deze uitzondering duidelijk verantwoorden op de rugzijde van het voorschrift.

Mogen we er eveneens op aandringen dat de apothekers een mailadres krijgen op het RIZIV waarop ze kunnen melden welke artsen dringend beter geïnformeerd moeten worden over de nieuwe reglementering.

Apr. Philippe Van Reeth
Voorzitter KAVA