We pogen hier te antwoorden op het merendeel van de vragen die de apothekers zich stellen over de nieuwe dienstverlening. Indien u bijkomende vragen zou hebben, aarzel dan niet ons deze te stellen via opleiding@kava.be of 03/280.15.91.

A. Doelgroep

1) Hoe bepaal je of een patiënt in aanmerking komt voor de dienst?

Hoe zal de apotheker weten of een patiënt beantwoordt aan de criteria?

“Elke patiënt, met uitsluiting van de rusthuispatiënten(zie verder), aan wie, in dezelfde officina, over een periode van 1 jaar, minstens 5 terugbetaalde geneesmiddelen werden afgeleverd (op niveau ATC-5, i.e. het niveau actief bestanddeel of combinatie van actieve bestanddelen), en waarvan minstens 1 geneesmiddel als chronisch kan beschouwd worden (i.e. minstens 160 DDD*afgeleverd over de laatste 12 maanden).”

Met betrekking tot de patiënten betekent dit:

  • alle ambulante patiënten, rechthebbenden van de verplichte verzekering, met uitzondering van de patiënten rechthebbenden van DIBISS (vroegere DOSZ).
  • de patiënten in diverse instellingen, met uitzondering van de rustoorden voor bejaarden (ROB) of rust- en verzorgingstehuizen (RVT).

Wat de geneesmiddelen betreft, betekent dit:

  • de inclusie van alle terugbetaalbare geneesmiddelen, waaronder ook zuurstof, de analgetica voor chronische pijn en de magistrale bereidingen;
  • de exclusie van actieve verbandmiddelen, medische voeding, medische hulpmiddelen en zuurstofconcentratoren.

Echter, voor de selectie van de patiënten, dient eveneens een portie gezond verstand gebruikt te worden. Concreet dient men rekening te houden met de volgende elementen:

  • Binnen de doelgroep, de prioritaire patiënten zijn :
    • de patiënten die het statuut van “chronisch zieke” hebben met een GMD;
    • de patiënten opgenomen in een starttraject diabetes en die een educatie krijgen die gegeven wordt door de apotheker (deze dienstverlening is vandaag nog niet geïmplementeerd);
    • de gepolymediceerde patiënten (5 of meer chronische geneesmiddelen in één jaar).
      Een patiënt wordt als gepolymediceerd beschouwd als hij het afgelopen jaar chronisch 5 of meer geneesmiddelen gebruikte (op basis van de vijfde niveau van de ATC rangschikking, dat wil zeggen niveau molecule). Geneesmiddelen waarvan 160 of meer DDD (defined daily doses) gebruikt worden in hetzelfde kalenderjaar worden meegenomen in de berekening van het aantal geneesmiddelen voor de polymedicatie;
    • de patiënten waarvoor een specifieke nood aan opvolging van de farmaceutische zorg bestaat of die aan die nood uiting geven, in functie van specifieke pathologieën of fysiologische toestanden, van (potentiële) iatrogene risico's, van het (vermoed) gebrek aan therapietrouw aan behandeling of van een specifieke nood aan begeleiding omwille van sociale redenen.
  • Contraceptiva mogen nooit beschouwd worden als een chronisch geneesmiddel.
  • De magistrale bereidingen mogen ook niet beschouwd worden als een chronische behandeling (er is geen ATC noch DDD toegekend aan een bereiding), maar kunnen wel in rekening gebracht worden in het totaal aantal afgeleverde geneesmiddelen.
  • Geneesmiddelen die meerdere actieve bestanddelen bevatten, tellen maar voor één geneesmiddel in de berekening van de criteria (één enkele ATC-code wordt hieraan toegekend).

APB heeft aan de softwarehuizen een databank ter beschikking gesteld met de ATC-codes en de DDD van alle geneesmiddelen, ten einde hen toe te laten een tool te ontwikkelen voor de detectie en/of validatie van de patiënten in de betrokken doelgroep. Deze detectie-tool die de softwarehuizen ter beschikken zullen stellen van de apothekers in hun programma, is gebaseerd op duidelijk gedefinieerde parameters, met name: 5 terugbetaalbare geneesmiddelen met een verschillende ATC-code, zonder rekening te houden met de magistrale bereidingen, en waarvan op zijn minst één, en dus geen contraceptivum, op chronische wijze gebruikt wordt (160 DDD* in het jaar).

Die tool is niet onfeilbaar. Het is ook de taak van de apotheker om de dienst aan te bieden aan patiënten die deze echt nodig hebben op lange termijn en de dienst niet voor te stellen aan zij die misschien wel binnen de criteria vallen, maar die er geen specifieke behoefte of nood aan hebben.

Bij wijze van voorbeeld:een patiënt die regelmatig één chronisch geneesmiddel neemt, en die tijdelijk enkele andere geneesmiddelen dient in te nemen voor de behandeling ten gevolge van een ongeval (een pijnstiller, een ontstekingsremmer, een preventief antibioticum, …), is a priori geen prioritaire patiënt die een behoefte heeft aan de dienst, tenzij hij/zij er specifiek om vraagt.

*DDD = defined daily dose. De DDD is gedefinieerd als de gemiddelde onderhoudsdosis per dag voor een geneesmiddel gebruikt voor zijn voornaamste indicatie bij een volwassene. De DDD wordt toegekend door een expertenpanel van de WHO voor elk actief bestanddeel dat deel uitmaakt van de internationale ATC-classificatie van actieve bestanddelen. DDD mag niet verward worden met de aangepaste voor de patiënt voorgeschreven dosis.

2) Kan een patiënt die verblijft in een ROB of RVT een huisapotheker aanduiden?

Neen, de betrokken patiënten zijn de ambulante patiënten uit de doelgroep (zie hoger)

3) Komen de patiënten, rechthebbenden van andere instellingen in de sociale zekerheid ook in aanmerking?

Op dit ogenblik komen de rechthebbenden van de DIBISS niet in aanmerking.

Enkel de patiënten-rechthebbenden van de verplichte verzekering (RIZIV), aangesloten bij één van de 7 verzekeringsinstellingen (100 tot 600 en 900, RailCare-NMBS) en van het NIOOO zijn betrokken.

De patiënten-rechthebbenden bij RailCare (NMBS) komen in aanmerkingen in het kader van de verplichte verzekering. Wat de criteria voor de bepaling van doelgroep betreft, mag men geen rekening houden met de geneesmiddelen die exclusief door RailCare worden terugbetaald (‘categorie D’).

B. Overeenkomst

4) Moet de patiënt de overeenkomst fysiek en met de hand ondertekenen of kan iemand anders die in zijn plaats ondertekenen?

De patiënt dient die persoonlijk te ondertekenen. Indien een mantelzorger zich aandient, moet hij de overeenkomst meenemen en aan de patiënt vragen om die te ondertekenen.

5) Welke toestemmingen van de patiënt zijn verplicht?

2 specifieke toestemmingen zijn verplicht :

  • de eerste is een toestemming voor ‘voortgezette farmaceutische zorg (VFZ)’ ; die laat voortaan toe dat de apotheker alle huidige en toekomstige diensten van voortgezette farmaceutische zorg kan aanbieden aan de patiënt.
  • de tweede is de toestemming ‘e-Gezondheid’ (eHealth Consent) die toelaat om gezondheidsgegevens van de patiënt elektronisch uit te wisselen tussen zorgverstrekkers met wie de patiënt een therapeutische relatie heeft.

Opmerking : de overeenkomst “huisapotheker” is niet onontbeerlijk om diensten van voortgezette farmaceutische zorg (zoals bijvoorbeeld het GGG Astma aan een patiënt met astma) voor te stellen aan de patiënt, maar een schriftelijke toestemming voor VFZ van de patiënt blijft evenwel nodig.

6) Wat gebeurt er wanneer de patiënt die een huisapotheker heeft, in de toekomst niet meer behoort tot de doelgroep omdat hij minder geneesmiddelen inneemt?

De overeenkomst, die wordt afgesloten tussen de patiënt en de huisapotheker, evenals de daar bijhorende dienstverlening, blijft van toepassing tot wanneer de patiënt deze wenst te beëindigen.

7) Kan een patiënt 2 huisapothekers hebben (bijvoorbeeld bij een tweede woon- of verblijfplaats)?

Neen, slechts één enkele huisapotheker is toegelaten per patiënt. De patiënt dient een keuze te maken.

8) Een patiënt die een overeenkomst heeft getekend met de huisapotheker van zijn keuze, is die verplicht om zijn geneesmiddelen steeds in die apotheek te halen?

Neen, de patiënt heeft hier toe geen enkele verplichting. Hij duidt zijn huisapotheker aan volgens zijn affiniteit en wensen. Het feit dat de afleveringsgegevens gedeeld worden via het GFD, laat toe aan de huisapotheker om zijn rol te (blijven) vervullen, zelfs wanneer de patiënt niet systematisch naar zijn/haar apotheek komt.

9) Kan een adjunct-apotheker of een plaatsvervangend apotheker ook huisapotheker zijn?

Iedere officina-apotheker kan de taken van huisapotheker uitoefenen. De overeenkomst kan door hen ondertekend worden, in opdracht (“i.o.”) van de titularis. Bij tijdelijke afwezigheid of een personeelswissel van één van de apothekers van het apotheekteam, gaat de dienstverlening met de patiënt ook gewoon verder in dezelfde apotheek. Voor een optimale opvolging van de patiënt, dient de titularis te waken over een goede communicatie tussen de apothekers in de officina.

10) Kan een Farmaceutisch-Technisch Assistent (FTA) een patiënt includeren of de taken van de huisapotheker uitvoeren?

Neen. Deze taken zijn voorbehouden aan de apothekers van de officina.

C. Verantwoordelijkheid

11) Wat met de verantwoordelijkheden rond het GFD?

Wat als er een incident gebeurt omdat 1) het GFD niet goed ingevuld is door een collega-apotheker of 2) de gezondheidswerker het GFD niet heeft geraadpleegd?

  1. De notie “Huisapotheker” verandert de bestaande verantwoordelijkheden niet. Het GFD is niet (goed) ingevuld door een andere apotheker, (nog) niet aangesloten op het GFD?
    Je bent maar verantwoordelijk voor de informatie waarover je kan beschikken, met name de eigen registraties, en die van derden die wel het GFD voeden.
    Je bent niet verantwoordelijk voor een tekort aan informatie van een andere apotheker die de gegevens niet oplaadt in het GFD, omdat hij/zij (een minderheid) nog niet is aangesloten.
  2. Een apotheker het GFD niet heeft geraadpleegd?
    Het uitoefenen van de functie huisapotheker verandert niets aan je verantwoordelijkheid van vandaag: met of zonder GFD. Echter, met het GFD kan je gewoon nog beter je patiënt begeleiden, opvolgen en behandelen (interacties, dubbelgebruik, …). Als je bent aangesloten op het GFD en de patiënt heeft zijn eHealth consent gegeven, waardoor je zijn gegevens in het GFD kan en mag consulteren, dan ben je ook verantwoordelijk om met die extra informatie rekening te houden (en niet alleen die van je eigen registraties van afleveringen).

12) Wat is de verantwoordelijkheid van de apotheker betreffende het medicatieschema dat hij heeft opgesteld?

De apotheker is verantwoordelijk voor de informatie die hij in het medicatieschema opneemt. Uiteraard is dat beperkt tot de informatie waarover hij op dat moment beschikt. Het is wel zijn taak en plicht om alle mogelijke bronnen van informatie te consulteren (het Farmaceutisch Dossier (FD), het Gedeeld Farmaceutisch Dossier (GFD), een bevraging van de patiënt). Maar hij kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor informatie of gegevens die hem niet meegedeeld, laat staan verborgen gehouden worden.

Dat principe staat expliciet ingeschreven in artikel 4 van de Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt:

Art. 4. In de mate waarin de patiënt hieraan zijn medewerking verleent, leeft de beroepsbeoefenaar de bepalingen van deze wet na binnen de perken van de hem door of krachtens de wet toegewezen bevoegdheden. In het belang van de patiënt pleegt hij desgevallend multidisciplinair overleg.

Dit artikel verwijst naar een algemene plicht van medewerking van de patiënt. De verplichting in hoofde van de apotheker kan slechts volledig uitgeoefend worden voor zover de patiënt daar trouw zijn medewerking aan verleent.

D. Praktische aspecten

13) Hoe is de huisapotheker op de hoogte van de volledige lijst van geneesmiddelen ingenomen in het verleden op het moment van het opstarten van de dienst? Zal hij/zij ook over de informatie beschikken van de aankopen van geneesmiddelen in een andere apotheek?

Sinds meerdere jaren wordt er aanbevolen aan de apothekers om het geheel van de aan een welbepaalde patiënt afgeleverde producten te registreren in het Farmaceutisch Dossier van de patiënt, t.t.z. op zijn minst de voorgeschreven geneesmiddelen (wettelijkverplicht en gebeurt automatisch via het softwareprogramma), de niet-voorgeschreven geneesmiddelen (actieve registratie op naam van de patiënt) en alle andere gezondheidsproducten die mogelijke interacties hebben met de geneesmiddelen van de patiënt (actieve registratie). Die systematische registratie is een troef voor de apothekers,
aangezien ze de enige zorgverstrekkers zijn die op die manier een volledig beeld hebben van de behandeling (in ruime zin) van de patiënt.

Anderzijds, om de functie van huisapotheker te kunnen uitoefenen, dient de apotheker verbonden te zijn met het GFD. Om een huisapotheker aan te duiden, dient de patiënt zijn eHealth consent te geven.
Vanaf dan, op basis van het Farmaceutisch Dossier én Gedeeld Farmaceutisch Dossier, heeft de huisapotheker kennis van het geheel van de afgeleverde geneesmiddelen wat hem moet toelaten een volledig medicatieschema op te stellen.

Naast de geregistreerde geneesmiddelen, zal een selectie van gezondheidsproducten, niet geregistreerd als geneesmiddel maar met een mogelijke interactie of invloed op andere geneesmiddelen, in de toekomst ook opgenomen en gedeeld kunnen worden via het GFD.

14) Hoe kan men automatisch alle farmaceutische producten registeren die de patiënt zich verschaft zonder voorschrift en elders dan bij zijn huisapotheker?

Het is goede farmaceutische praktijk (die bovendien de rol van de apotheker valoriseert) om lokaal, in
het Farmaceutisch Dosiier (FD) van de patiënt, alle geneesmiddelen en gezondheidsproducten te
registreren die werden afgeleverd aan de patiënt*. Alle geneesmiddelen, voorgeschreven of niet,
worden op die manier automatisch doorgestuurd via het GFD.
Een selectie van gezondheidsproducten, niet geregistreerd als geneesmiddel, maar met een mogelijke
interactie of invloed op andere geneesmiddelen, zal in de toekomst ook gedeeld worden via het GFD.
Op die manier zal de apotheker via de consultatie van het GFD steeds op de hoogte zijn van het geheel
van de producten die de patiënt gebruikt.
* In de overeenkomst die wordt getekend tussen de patiënt en de huisapotheker, geeft de patiënt zijn toestemming
voor de voortgezette farmaceutische zorg die de nood en de zin van deze registratie rechtvaardigt.

E. Vergoeding

15) Hoe moet men de dienst registreren en tariferen?

Het honorarium huisapotheker, CNKh, wordt onmiddellijk gefactureerd op het eerste voorschrift met vergoedbare producten van zodra de patiënt voldoet aan de inclusievoorwaarden en wordt onmiddellijk uitbetaald met de andere tegoeden van de maand. 
CNK-code: 5521059
De inclusiecriteria worden bij elke tarifering van het huisapotheekhonorarium gecontroleerd door de apotheeksoftware.

Er kan, zonder uitzondering, slechts één honorarium per patiënt per jaar gefactureerd worden.
De CNKh wordt opgenomen in het GFD.
De huisapotheker van de patiënt wordt ook in MyCareNet opgenomen.

16) Moet de CNKh (facturatie van het honorarium) gelinkt zijn aan de aflevering van een door het RIZIV terugbetaald geneesmiddel?

Ja. De prestatie moet gefactureerd worden samen met de eerste aflevering van een terugbetaald geneesmiddel in het begin van het kalenderjaar volgend op de opstart.

F. Technische aspecten

17) Wat moet ik doen indien een patiënt mij niet langer de functie van huisapotheker toevertrouwt?

Niets. Indien de patiënt kiest voor een andere huisapotheker in een andere apotheek, zal die apotheker een nieuwe overeenkomst tekenen met de patiënt.

18) Wanneer de patiënt wenst te wijzigen van huisapotheker, dient de eerste huisapotheker dan de gegevens persoonlijk door te sturen naar zijn collega?

Neen, het geheel van de afgeleverde geneesmiddelen aan de patiënt zal ter beschikking zijn via het GFD.
De nieuwe huisapotheker beschikt dus eveneens over deze gegevens.

Het feit dat een patiënt reeds over een huisapotheker beschikt, zal ook vermeld worden in het GFD, in afwachting dat die informatie beschikbaar wordt gesteld via MyCareNet.

Van zodra de technische middelen het toelaten, zal ook het medicatieschema eveneens toegankelijk zijn via de beveiligde kluizen (Vitalink, BruSafe en Intermed) voor de collega

19) Wat gebeurt er wanneer de huisapotheker gekozen door de patiënt voor een andere apotheek gaat werken?

De overeenkomst van de patiënt is via de titularis gelinkt aan de apotheek. In dit geval, zal een andere
apotheker van het apotheekteam de functie van huisapotheker opnemen, tenzij de patiënt eveneens
wenst te veranderen van apotheek.

G. Varia

20) Indien ik reeds IMV toepas en aanreken aan een ambulante patiënt die voldoet aan de criteria en die de overeenkomst ondertekent waardoor hij/zij mij aanduidt als huisapotheker, mag ik dan de IMV nog aanrekenen?

De functie van huisapotheker omvat niet de technische acte van IMV. Deze laatste mag dus nog steeds worden aangerekend.

Moet het honorarium vermeld worden op de overeenkomst met de patiënt? Welk bedrag moet er vermeld worden?

Er werd met de mutualiteiten en het RIZIV overeengekomen dat het bedrag van het honorarium huisapotheker dient vermeld te worden op de
overeenkomst met de patiënt, in toepassing van de transparantiewet (art 53 §1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994). 

Dient de patiënt ieder jaar de overeenkomst te ondertekenen, of wordt dit jaarlijks stilzwijgend verlengd?

Neen, de ondertekening gebeurt voortaan één keer voor alle vormen van voortgezette farmaceutische zorg (huisapotheker, BNM of eerder GGG, … ) tot het ogenblik dat de patiënt de overeenkomst verbreekt of tekent bij een andere apotheker.

Is de overstap naar een andere huisapotheek mogelijk? Hoe gaat dit praktisch in z’n werk? Kan dit op elk moment van het jaar?

Ja, tekenen bij een tweede apr. Dit kan op elk moment van het jaar.

Is het GFD verplicht?

Ja, je kan maar huisapotheker/huisapotheek zijn, indien je bent aangesloten op het GFD en actief gegevens deelt.

Kan ik betaalde diensten (GGG) aanbieden ook al ben ik geen huisapotheker en word ik dan automatisch huisapotheker?

Ja, maar je dient een handtekening te hebben voor die specifieke dienst (zoals nu).
Neen, je wordt niet automatisch huisapotheker, tenzij de patiënt dit document wel ondertekend.

Zal ik automatisch zien of de patiënt al een huisapotheker heeft?

Ideaal via MCN (timing onduidelijk)

Is de handtekening van de huisarts nodig?

Neen

Is de consent nodig van de patiënt?

Ja

Moet ik mijn gegevens delen via Vitalink?

Momenteel is er enkel sprake van “ter beschikking houden” van de zorgverstrekkers die een TR hebben met de patiënt, eventueel via de patiënt.
Het elektronisch delen zal verplicht zijn van zodra het “technisch mogelijk” is.
Maw elektronisch delen is (nog) niet verplicht.

Als een patiënt zijn informed conscent geeft, waarvoor geeft hij dan toestemming?

Voor het delen van gegevens via het Globaal Farmaceutisch Dossier, het delen van gegevens via Vitalink en de Hub-MetaHub verbinding (connectie met ziekenhuizen). 

Kan ik huisapotheker zijn van een patiënt die geen deel uitmaakt van de doelgroep? Hoe kan ik dat registreren?

JA, men kan huisapotheker zijn van een patiënt die geen deel uitmaakt van de doelgroep om een opvolging van de medicatie te verzekeren.
Men kan dit registreren (indien men dat wenst) via CNK-code huisapotheker zonder honorarium: 5520-739.