Aan de kim is er licht
Omar Van Meerveldes geheugensites in No man’s land                                   

Het overkwam Omar Van Meervelde bij een bezoek aan de oorlogsbegraafplaatsen van Wereldoorlog I. Bij toeval ontdekte hij in Alveringem-Oeren (prov. W-Vl.) het graf van zijn grootoom-soldaat Henri, in 1917 geveld tijdens een verkenningstocht.

In de ban van het onfortuinlijke lot van zijn familielid, maakte Omar Van Meervelde een uitgebreide cyclus tekeningen op papier die zich baseert op wat hij bij het graf gezien, gevoeld en gedacht heeft. De tekeningen van Omar Van Meervelde verrassen. Zij tonen een andere visie dan de gekende getuigenissen van tijdens en na de Groote Oorlog, bijvoorbeeld van Otto Dix, van Ernest Brooks, van Frans Masereel, van Guillaume Apollinaire, van Fernand Léger, van C.R.W. Nevinson, van Ernest Brooks, van Rik Wouters, van Alfred Ost, van Gino Severini, van Max Beckmann, van Wilfred Owen of van John McCrae of van andere kunstenaars-ooggetuigen, die het gangbare beeld hebben bepaald of hebben verruimd.

In de tekeningen van Omar Van Meervelde geen sprake van soldaten verborgen in de loopgraven, van explosies, van de agonie van gewonden. In tegenstelling met wat men zou kunnen verwachten, evenmin verwijzingen naar het levenseinde van zijn grootoom. In zijn tekeningen treedt, in het spoor van de creaties van Anselm Kiefer, de aarde zelf naar voor als het centrale onderwerp van de Groote Oorlog. Het lijken wel generieke landschappen die ieder fragment van die 800 kilometer  westelijke frontlinie kunnen vertegenwoordigen: de Dodengang, de omgeving van de IJzer, de omgeving van Ieper, de omgeving van Verdun, de omgeving van de Somme, de omgeving van de Marne: elk historisch punt deterritorialiseert zich over de 100 beeldzijden van dit boek.

Van Meerveldes ‘Gesneuvelde landschap’ is iconoclastisch. Het duwt de betovering van het bijzondere, de strijdtonelen, de demonstratieve overdaad van de musea uit de schijnwerpers. De bedwelming van de tekenlijn en de kracht van de stilte nemen de vrijgekomen plaats in.

Op de vraag hoe deze getekende geheugensites materieel tot stand kwamen verklaart Omar Van Meervelde dat het maakproces bestond uit onophoudelijk heen en weer wrijven van een horizontaal tegen het papier aangehouden potlood. Door op sommige plaatsen wat nadrukkelijker te beklemtonen, leken contouren te ontstaan van ‘iets’ dat onder het bodemoppervlak is gezakt, dat zijn betekenis niet prijsgeeft. Henri Michaux-achtige fantomen? Dwingende wordingen? Dacht de kunstenaar aan verdwaalde brokstukken, karkassen, gesneuvelden die geen graf hebben ontvangen?

En ja, deze landschapstekeningen stralen overtuigingskracht uit. Met gedetailleerde scherpte verbeelden ze de gewezen conflictzone. Toch willen deze beelden de echte scène niet dupliceren en is het misleidend ze als documentair te beschouwen. Kunst is overigens nooit louter representatie van een werkelijkheid. Altijd een scheppende daad, een ander, nieuw, zelfstandig zijn, een realiteit op zich die zijn eigen weg gaat. Mogelijk een simulacrum. Deze tekeningen ambiëren meer dan een benadering vanuit een louter esthetisch oogpunt. Ze ontstonden uit inspiratie en inspireren. Deze inspiratie, deze context, doordrenkt het werk met essentie.

Op vraag naar zijn bronnenmateriaal, benadrukt Omar Van Meervelde dat hij ondanks de nauwkeurige uitwerking geen gebruik heeft gemaakt van fotografische documentatie. Als onvermoeibaar verzamelaar toont hij me een tiental anonieme, niet gedateerde foto’s uit 1919-’20, die hij als bij toeval aantrof: keurig uitgedoste mensen die zich lieten afbeelden tussen de slagvelden en ruïnes, als het ware de observators in de scène zelf.

De panorama’s van Omar Van Meervelde leiden de blik van de kijker frontaal naar de architecturale constructie van Wereldoorlog I - locaties: hoge horizonten, abrupte niveauverschillen, bomkraters, afgekalfde aarde, ravijnen, steilten, schilfers, lacunes. De modder lijkt zompig, spons- of kleiachtig, door de zon gedroogd of in de vrieskou bevroren. Aarde als een verstoord omhulsel dat een onvatbare realiteit die onder het oppervlak sluimert nauwelijks verbergt. Textuur, ‘frottages’.

“De waanzin opereert in de werkelijkheid”, schreef filosoof Gilles Deleuze. Anders dan in de historische landschapstekenkunst, de utopische paradijzen van bucolische vrede, triomferen in Omar Van Meerveldes taferelen het onrustwekkende, het afgrondelijke, de scenografie van het einde. Zij geven geen aanleiding tot hoopgevende gedachten die bv. wel te vinden zijn in John McCrae’s ‘In Flanders Fields the Poppies Blow’, zelfs in ‘Waste Land’ van T.S. Eliot. Of zou in Omar Van Meerveldes tekeningen het ijle licht - tegenspeler van het element aarde - bijdragen tot het geleidelijk ontwaken van de materie?

De sequens van 100 beelden in dit boek staat symbool voor evenveel jaren die ons scheiden van november 1918. Het onbehagen dat bij de kijker kan opkomen bij het aanschouwen van Omar Van Meerveldes corpus van gesneuvelde landschappen is echter niet onbelangrijk en kan tot nadenken aanzetten over het fenomeen ‘oorlog’, over een bestaan zonder ontmoeting, over het onherroepelijke en het onherstelbare, over de posthumane planeet, over de strijd die niet gewonnen kan worden, waarbij mogelijk ook camouflage en gezichtsbedrog om de hoek komen kijken. Zoals reeds aangehaald, was de beleving bij een oorlogsgraf de ontstaansreden van deze cyclus. Naast de niet te onderschatten helende werking voor de maker zelf, biedt deze reeks tezelfdertijd een potentieel voor de collectieve verwerking en voor het stap voor stap herontdekken van bewustzijn en licht. Maar ook deze gedachten behoeven geenszins identiek te zijn met wat beoogd werd door de maker zelf.

Voor de vormgeving en de omkadering van dit boek deed Omar Van Meervelde een beroep op bevriende kunstenaars. Herman Selleslags fotografeerde de artiest aan het werk in zijn atelier. De betreurde beeldhouwer Wilfried Pas maakte de selectie van 100 beelden en tekende voor de prachtige boekcompositie die deze cyclus lichtjes ontregelde en weer bijeenbracht tot een panopticum. Dit boek toont dan ook meer dan de tekeningen als reproductie. Het is een volwaardige tentoonstelling op papier en daarom is de uitgave van dit boek meer dan verantwoord.

Christian Van Haesendonck